Vandaag is het zeven jaar geleden dat één van mijn beste vriendinnen is verongelukt. Ik dacht altijd dat dat het ergste was wat me ooit kon overkomen, maar de grote verlamming en verdriet bleven uit. Ik heb me daar best schuldig over gevoeld, maar de realiteit was dat in die tijd mijn hart op slot zat. Ik was in mijn mannelijke ik-los-alles-op-en-voel-niets-vibe, maar daar werd mijn leven niet beter van. De afgelopen zeven jaar ben ik op zoek gegaan en dacht het in levensbeschouwelijke cursussen, boeken of bij therapeuten te vinden. Ik moest en zou mezelf fixen zodat ik nog lang en gelukkig zou leven met de ideale relatie, de perfecte job in het perfecte land. Maar die cursussen, boeken en guru’s hebben me net getoond dat het zo niet werkt.
Ik heb al die tijd geprobeerd verdriet te vermijden, maar heb daardoor ook veel gemist en dat is helemaal geen leven. De enige manier voor mij om te leven is met een open hart zonder zwembandjes. Terugtrekken is geen optie. Ik ben nog altijd panisch bij de gedachte dat ik een groot verdriet zou moeten verwerken, maar beter de golf van emotie laten komen dan ze met alle macht proberen terug te rammen in mijn lijf. Als er dan toch iets is wat de dood van Lydia me heeft geleerd, is het dat ik niet meer bang wil zijn van het leven, of me toch niet wil laten leiden door angst. En daar ben ik heel dankbaar voor.
Knap hoe jij een dergelijk pittig onderwerp in slechts enkele zinnen treffend en prettig leesbaar kan verwoorden. Echt “leven” betekent inderdaad “echt” voelen. Met alles erop en eraan.
LikeLike