Ik beeld me al maanden in wat ik je zou zeggen als ik je tegenkom. Wat ik zou voelen. Of ik zou kunnen zeggen wat ik al heel de tijd heb bedacht. Ik weet het niet. Sommige momenten wil ik boos zijn. Jou zeggen dat ik het helemaal niet ok vind hoe je dingen hebt aangepakt. Je uitschelden, dat wou ik soms graag, maar meestal was er gewoon schrik en verdriet. Een duwen en trekken, tussen -ik wil je zien- en -liefst zie ik je nooit meer-. Schrik dat je helemaal niet begrijpt welke impact je hebt gehad en dat het zeker niet zo was bij jou.
Waarom was je een passant in mijn leven? Het idee van een gepassioneerde mooie man paste helemaal in mijn plaatje. Alles met jou moest perfect verlopen en wanneer ik besefte dat ik dat niet kon, ben ik in de paniek geraakt. Eigenlijk snap ik wel waarom je bent verdwenen. Ik vind het ook allesbehalve charmant als iemand aan me trekt. Ik denk nog altijd niet dat je slecht bent, dat gaat niet. Soms denk ik, hij komt gewoon terug en dan doet hij zijn best en komt het in orde. Maar dat kan helemaal niet. Dat jij toch de man voor me bent, dat kan ik mezelf niet meer wijsmaken. Dit is de laatste stuiptrekking, je bent de laatste van mijn droombeelden. Vanaf nu kies ik voor wat er is, in plaats van wat had kunnen zijn.
Gaat het een beetje?
LikeLike